De knop om
Wanneer gaat die knop om? Wanneer zie je zelf dat wat je met je lijf doet, niet goed is? Niet voor jou. Voor niemand. Dat iets kleins volledig uit de hand is gelopen en veel te groot is geworden. Dat het zelfdestructie is. En dat je het niet alleen kunt?
Wanneer besef je: ‘Dit is niet normaal. Dit wil ik niet meer. Zó is het genoeg’?
Het wordt vaak aan me gevraagd, als coach op het gebied van eetstoornissen. Het is zo’n logische vraag, van jongeren die het vechten moe zijn. Of van hun omgeving die zo verlangt naar een ‘gewone’ huisgenoot, naar een gewoon leven. Naar vroeger toen ‘het’ er nog niet was.
Wanneer gaat die knop om?
Ik herinner me mijn eigen gevecht. Dat speelde zich af in mijn hoofd. Ver weg en diep verstopt. Maar altijd
Maar waar was de knop?
hartstikke aanwezig. Ik wist het al, ik had het altijd al geweten. Ik zei altijd tegen iedereen dat ze zich geen zorgen over mij hoefden te maken. Maar zelf deed ik dat wel. Onzichtbaar. Ver verstopt. Ik wist dat het niet goed was.
Wanneer laat die eetstoornis me met rust? Hoeveel kilo moet ik nog afvallen om het eetmonster tevreden te krijgen? Hoe vaak moet ik nog met mijn hoofd in de wc hangen om te denken: dit is niet normaal, nu is het genoeg?
Ik werd gek van al die mensen met al die goede bedoelingen die het zo goed wisten. Eet nou! Doe het dan voor mij! Doe normaal! Zo ga je dood!
Dat helpt niet. Of erger: het werkt vaak contraproductief. Het maakte me boos, opstandig. Eet dan! Ja, makkelijk gezegd. Hoe dan?
In je gevecht tegen het eetmonster heb je andere hulp nodig. Iemand die veiligheid biedt, die troost. Die snapt hoe eng je monster is en dat jullie samen een hels gevecht wacht. Dat er dus meer wordt gevraagd dan een boterham voor je neerzetten.
De knop moet om en je hebt daarbij hulp nodig. Maar je hebt altijd gezegd dat er niets aan de hand was? Wie durf je nu te vertellen dat je de boel hebt bedonderd? Wie durf jij te vertrouwen? Wie zal je na al je leugens nog vertrouwen? Het is eng: hulp vragen. Doodeng. En dus hang je weer boven de wc en smokkel je er weer een kilootje af.
Toch moet je op zoek. Naar hulp. Omdat je weet dat het zo niet verder kan. Dat ís de knop.